Verouderingskromme uit de NEN 2767. Een kromme of een zaagtand?

NEN-2767-Verouderingskromme

De verouderingskromme

In de NEN 2767-1 staat een theoretische benadering van de verouderingskromme van bouwdelen beschreven. Met de verouderingskromme kan de theoretische restlevensduur van technische bouwdelen bepaald worden. Indien een bouwdeel niet op basis van waar te nemen gebreken of slijtage is te beoordelen en het betreft een aan (niet te beoordelen) slijtage onderhevig bouwdeel, dan kan de conditiescore (in uiterste gevallen, bij wijze van vangnet) worden bepaald op basis van de leeftijd/ouderdom van het bouwdeel. De conditiescore wordt in dat geval bepaald met behulp van de verouderingskromme. De verouderingskromme wordt als het gebrek ‘verval’ toegepast tijdens een conditiemeting NEN 2767. Het gebrek ‘verval’ wordt gedefinieerd als: conditiemeting op basis van de theoretische levensduur van een bouwdeel (NEN 2767-1, 2017, p. 16 -17).

Totstandkoming verouderingskromme

De totstandkoming van de verouderingskromme en welke factoren invloed hebben op de degradatielijn worden niet toegelicht in de NEN 2767-methodiek. Uit ons onderzoek is gebleken dat er geen wetenschappelijk wiskundig model schuilt achter de verouderingskromme. De kromme is ontwikkeld op basis van aannames. De aannames zijn gebaseerd op het gedachtegoed dat het degradatieproces van bouwdelen na verloop van tijd versnelt. De verouderingskromme houdt daarom enkel rekening met het degradatieproces van een bouwdeel en niet met het instandhoudingsproces van het bouwdeel. Je moet je daarom afvragen of de grafische weergave van de verouderingskromme wel klopt, indien het bouwdeel door de jaren heen goed is onderhouden.

Het gebrek ‘verval’ toepassen op bouwkundige bouwdelen

Het bepalen van de conditiescore van een bouwdeel met behulp van de verouderingskromme is uitsluitend van toepassing indien een bouwdeel niet op basis van waar te nemen gebreken of slijtage is te beoordelen. De vangnetconstructie wordt pas van toepassing verklaard indien er in de NEN 2767-2 een levensduur is aangegeven voor een bouwdeel (NEN 2767-1, 2017, p. 35). In de NEN 2767-2 zijn er enkel voor installatiedelen theoretische levensduren genoemd en niet voor bouwkundig bouwdelen. De vangnetconstructie mag daarom niet worden toegepast op bouwkundige bouwdelen (NEN 2767-1, 2017, p. 17).

De verouderingskromme in de praktijk

In de praktijk ontstaat regelmatig de situatie dat een conditiebepaling van een bouwdeel met behulp van de verouderingskromme een foutief beeld schetst van de werkelijke conditie van een bouwdeel. Het gevolg daarvan is dat er ten onrechte de conclusie wordt getrokken dat een bouwdeel vroegtijdig moet worden vervangen terwijl het bouwdeel fysiek nog in een goede technische staat verkeert. Deels heeft dit ook te maken dat inspecteurs te snel afgaan op het typeplaatje c.q. bouwjaar van een installatiedeel. Maar wat nou als componenten in een ‘verouderde’ cv-ketel gereviseerd of vervangen zijn? Is het gebrek ‘verval’ dan wel op de volledige omvang van toepassing? En creëert het moment van onderhoud geen positieve stijging van de conditielijn in de kromme, in plaats van een continue daling?

Het zaagtand-effect

Professor Hermans heeft met een wetenschappelijk onderzoek vastgesteld dat de grafische weergave van een conditielijn veranderd in een ‘zaagtand’, indien er kwalitatief goed onderhoud aan een bouwdeel wordt uitgevoerd. De verouderingskromme geeft daarom een vertekend beeld van de restlevensduur van een bouwdeel als deze een goed beheerverleden kent. Maar hoe creëer je het zaagtand-effect in de verouderingskromme uit de NEN 2767? Een belangrijk uitgangspunt is dat de eenvoud van de methodiek gewaarborgd moet blijven en dat inspecteurs geen complexe wiskundige berekeningen moeten uitvoeren.

Verouderingskromme 2.0

Tijdens ons afstudeeronderzoek hebben wij onderzocht hoe het beheerverleden van bouwdelen geïntegreerd kan worden in de verouderingskromme. We hebben een variant ontwikkeld waarbij de invloedsfactor ‘beheer en onderhoud’ uit de publicatie ‘SBR levensduur van bouwproducten’ aan het gebrek ‘verval’ gekoppeld wordt. De invloedsfactor bestaat uit een viertal criteria die allen invloed hebben op de levensduur van bouwdelen.

Het betreft de volgende vier wetenschappelijke invloedsfactoren:
A. Uitvoering volgens onderhoudsplan;
B. Kwaliteit van het uitgevoerde onderhoud;
C. Registratie van uitgevoerde onderhoudsactiviteiten;
D. Beschikbaarheid van onderdelen.

Het doel van de variant is om de theoretische restlevensduur, berekend met het gebrek ‘verval’ te corrigeren met een eenvoudige rekenformule. De rekenformule is een afgeleide van de factormethode uit de SBR. De nieuwe rekenformule ziet er als volgt uit: berekende theoretische restlevensduur (B) = restlevensduur op basis van ‘verval’ (R) * A * B * C * D

Aan de beheercriteria A, B, C en D kan een waarde van 0,8 (slecht) tot en met 1,2 (goed) worden toegekend. Deze waardes zijn afkomstig uit de factormethode. Uit het onderzoek is gebleken dat de nieuwe methode veel voordelen biedt:

  • De werkelijke conditie/restlevensduur van een bouwdeel wordt nauwkeuriger bepaald. Een vastgoedeigenaar krijgt daarom een beter beeld van de technische staat van het vastgoedbezit.
  • Het gebrek ‘verval’ gaat niet meer enkel uit van het bouwjaar van een bouwdeel. Het risico wordt hiermee voorkomen dat verouderde bouwdelen, in een goede technische conditie, een foutieve conditie krijgen toegekend en mogelijk te vroeg worden ingepland voor vervanging in een MJOP.
  • Een inspecteur wordt ‘gedwongen’ om een bouwdeel grondiger te inspecteren en kan niet enkel meer uitgaan van het typeplaatje/bouwjaar om de conditie/restlevensduur van een bouwdeel te bepalen.
  • De nieuwe methode zal een positieve bijdrage leveren aan het gedachtegoed van de circulaire economie. Grondstoffen hoeven niet gewonnen te worden wegens onnodige integrale vervangingen.

De factorwaardes dienen nog nader wiskundig onderzocht te worden. Het bepalen van de juiste factorwaardes zal ertoe leiden dat de werkelijke conditie/restlevensduur van bouwdelen nog meer benaderd zal worden.

Meer informatie over de NEN 2767?

Van Alfen Ingenieurs is gespecialiseerd in het uitvoeren van een conditiemeting NEN 2767. Onze vastgoed adviseurs hebben ruime ervaring en kennis van de NEN 2767. Ben je geïnteresseerd in het laten uitvoeren van een conditiemeting NEN 2767 van een gebouw? Of ben je op zoek naar een consultant om de NEN 2767 te implementeren binnen jouw organisatie? Neem dan contact op met Van Alfen Ingenieurs.